Elise Smits (36) is sinds zes jaar verzorgende IG in de thuiszorg en hospice Elim in Moerkapelle. Zij hoopt in september haar opleiding gespecialiseerd verzorgende psychiatrie af te ronden. Haar moeder Marja Perdijk (60) werkt inmiddels zeven jaar als assistent zorg en welzijn in Beth-San. ‘Ik ben vooral ondersteunend bezig, ik help met douchen en aankleden, geef eten en drinken.’
Band met bewoners
Elise heeft altijd al hart voor de ouderenzorg gehad. Na haar opleiding en een periode in een ander woonzorgcentrum was zij drie jaar thuis voor de kinderen. ‘Toen zag mijn moeder een vacature in de thuiszorg van Beth-San.’ De thuiszorg ligt Elise wel. ‘Lekker op de fiets de wijk in, veel afwisseling qua zorgvragen. In de thuiszorg ben je erg op jezelf aangewezen, maar daar hou ik wel van. Geen dienst is hetzelfde, dat houdt het werk leuk.’
Marja wilde vroeger graag de zorg in, maar is begonnen in een winkel. Later was ze thuis voor de kinderen. Tot een kennis haar vroeg of ze alsjeblieft in Beth-San wilde komen werken. ‘Het mooie aan Cedrah vind ik dat je met mensen over het geloof kunt praten. Je krijgt een band met mensen, je raakt vergroeid met hen.’
Elise heeft in de wijk vaak goede gesprekken. ‘Er zijn mensen die worstelen met levensvragen. Ik heb vanochtend in de wijk gewerkt en had gelijk een mooi gesprek over de preek van zondag. Dat vind ik altijd heel mooi, dat je er gelijk op in kunt haken.’ Zeker in het hospice is er alle tijd voor de cliënten. ‘Je kunt rustig naast iemand gaan zitten en vragen: hoe is het nu met u? Er is tijd om samen te zingen en uit de Bijbel te lezen.’
‘Geen dienst is hetzelfde, dat houdt het werk leuk’
Omzien naar elkaar
Elise en haar moeder vinden het wel bijzonder om beiden in de zorg te werken. ‘Hoewel mijn werk wel heel anders is’, vertelt Elise. ‘Ik ben blij dat we niet allebei ‘binnen’ werken, dan zou het een klein wereldje worden.’
Marja heeft haar kinderen altijd gestimuleerd om de zorg in te gaan. ‘Ik geef mijn kinderen mee dat werken in de zorg positief en betekenisvol is.’ Elise stimuleert haar eigen kinderen ook. ‘Niet dat ze per se voor de zorg moeten kiezen, maar wel dat het belangrijk is om te zien naar elkaar. Mijn dochter doet wekelijks boodschappen voor iemand uit Beth-San. Onze oudste loopt weleens op zondagavond mee met oma met koffieschenken in Beth-San. Dus ja, een beetje stimuleren doe ik wel!’
Moeder en dochter praten weleens samen over het werk. ‘We delen soms dingen met elkaar’, zegt Marja. ‘Je weet beiden waar je over praat. En we weten van elkaar dat we het voor onszelf houden.’
Marja leert door haar dochter meer voor zichzelf op te komen. ‘Als er eens iets is zegt Elise tegen me: Ma, meer voor jezelf opkomen hoor!’
Elise heeft van haar moeder geleerd om zorgzaam te zijn. ‘Het belangrijkste vind ik persoonlijk dat je uitstraalt dat je christen bent. Dat heb ik in mijn opvoeding meegekregen. Ik kan daar in m’n werk makkelijk over praten met cliënten. Dat vind ik het waardevolle aan mijn werk in de zorg.’
Dingen die je bijblijven
Een bijzonder moment had Elise met een vrouw van 49 in het hospice. ‘Ze worstelde met het geloof. Haar Bijbel was bijna versleten, maar toch kon ze geen rust vinden. We hadden samen een mooi gesprek. Ik vroeg haar of ze het lied ‘Toekomst vol van hoop’ kende. Ze kende het niet. Ik mocht het voor haar zingen. Toen kwam er rust over haar. Dat zijn dingen die je bij blijven. Als ik een drukke dienst heb gehad, schrijf ik het weleens van me af. Zeker dit soort momenten vind ik heel waardevol.’
Marja herinnert zich een cliënt met wie ze een klik had. ‘Een gesprek was moeilijk, ze kon zich niet uiten, maar ik probeerde er voor haar te zijn. Op een keer had ik dahlia’s voor haar meegenomen. Ik heb een foto van haar gemaakt met de bloemen, ze straalde helemaal. Later stond die foto op haar kist. Dat was heel bijzonder. Dat vind ik het mooie aan m’n werk: mensen op de achtergrond erbij betrekken. Mensen die door anderen gauw vergeten worden.’
Samenbindend voor moeder en dochter was de zorg voor opa. ‘We hebben hem samen verzorgd in Beth-San toen hij corona had’, vertelt Elise. ‘Hij was erg ziek en is overleden. Er mocht niemand bij hem, maar omdat wij in Beth-San werken kon het wel. We hebben hem samen de laatste zorg kunnen geven. Dat bindt.’
‘Als ik een drukke dienst heb gehad, schrijf ik het weleens van me af’